Bijlage over oude medische literatuur waarin hematiet wordt genoemd
1512
Hieronymus
Brunschwig, Liber
de arte distillandi de compositis, Johann Grüninger, 1512.
Das.XVI.Capitel, pag. CXXXVii
(N.B. Voorlopige Nederlandse vertaling per 24 maart 2018, van
Oud-Duitse tekst in Frakturletters)
Het
16e hoofdstuk (digitaal blz. 506)
"Lapis Ematitis is in de volkstaal een bloedsteen. Van het Griekse
Hema, Latijns sanguis, op z'n Duits bloed/ Dient als Antidotum
emeagogum/ een middel bij menstruatie/ emoptoicus bloed spugen/
emosregia bloed vloeien van de aambeien aan de kringspier/ bloeding van
de gouden aderen/ Daarom is het ook niet te openbaren welke steen u het
beste daarvoor nemen kunt/ die omdat lapis Hematitis bloedsteen wordt
genoemd/ één die met de bloedsteen gelijkenis vertoont/
zoals Jaspis een bruine of roodgekleurde vergelijkbare steen/ indien
men die die bij de hand heeft/ die bloed vaak daarmee stelpt/ Of de
steen die men meebrengt [van] naast de weg bij St. Jacob/ en welke te
vinden is in het koninkrijk Castilië/ over de berg Runcenal[?] bij
Salamanca/ is het enkele mijlen gaande richting Alben [Alba de
Tormes?]/ aan de linkerkant ligt een hoge berg/ met een rode rots/ daar
bij een kleine stroom tussen Salamanca en de heilige rots van Alben
[Polomares de Alba?]/ rakend aan het Koninkrijk van Granada/ welke
steen van begin af aan bloed stelpt/ als die er op gelegd wordt/ zoals
in het boek van de chirurgie staat voor bloedende wonden. Maar van deze
steen doe ik u hier geen [ver]melding/ uitgezonderd alleen van de steen
genaamd lapis Ematitis welke uiterlijk dichtbij cinnaber of
rötelsteen staat/ die de timmerlieden gebruiken/ doch
bruiner en harder [is] dan de rötelsteen. Serapio [Johannes
Serapio, 12e eeuw, arabische arts] in het boek 'agregatoris'
[verzamelaar] / in het hoofdstuk [over] Sedeneg [= arabisch voor
hematiet]/ Lapis Hematitis/ deze steen die qua kleur lijkt op bloed/ is
een natuurlijke stof waarover Platearius spreekt vanwege zijn
verkoelende en drogende werking. Deze steen kan gevonden worden in die
landen waar de zon opkomt [Oriënt]. Maar ik heb er heel wat gezien
die men vond op zes mijlen afstand van Straatsburg in een
gebergte. Deze ter hand genomen stelpt het bloeden uit de neus zo goed
als ik het nog nooit heb gezien. Maar ik heb hetzelfde gezien van de
Jaspis steen, of Corneolus, welke steen roodachtig is/ maar met een
donker rode kleur/ als rood vlees. Deze steen stelpt ook het bloeden
van de neus, of een ander lichaamsdeel/ en het meest de bloeding van de
vrouw, menstruatie genoemd. Maar de steen Lapis Ematitus, verpulverd en
vermengd met het sap van de Bursa pastoris (Herderstasje), of
sanguinaria, tasjeskruid genoemd/ in de neus gestoken, een katoenen
[watten]prop, daarin gedrenkt, stelpt het. Wie bloed
spuugt/ die vermengt deze steen [in] verpulverd[e vorm] met rozenwater
en arabische gom/ maakt daaruit pillen/ en daarvan een kwintiel [vijfde
deel] genomen/ stopt het bloedspugen. Wie last van rood[heid] heeft/
zal eiwit nemen/ azijn ieder één deel/ rozenolie vier
delen/ van lapidis Ematitis in poedervorm één deel/ En
met een 'cristier' [klisma?] onderin gedaan [aangebracht]/ helpt
[het]ook bij de vloeiing [het bloedverlies] van [bij] menstruatie/ want
verpulverd [en] vermengd met weegbree sap/ lost het hetzij wit of rood
op/ en voor alle vloeïngen die daar [hun] een oorsprong hebben van
hitte. Ieder die [last van] overvloedige warme vochtigheid heeft [is]
de hulp van deze steen bekend."
JdH: Het wrijven van een bloetsteen of bloedsteen (hematietsteen) op
een wetsteen om hematietpoeder te bereiden komt op meerdere plaatsen
voor in bovenstaand boek. Zie digitale versie blz. 415,505,683. Een
apotheker zal dus een hematiesteen incl. een wetsteen of kant en
klaar hematietpoeder in
zijn apotheek beschikbaar hebben
gehad.
1512
Nicolaus Praepositus: Dispensarium Magistri
Nicolai Praepositi ad Aromatarios
Dit
boek is gebaseerd op een werk van Nicolaus
Praepositus (eig. : Praepositi) die leefde in de 2de helft van de 15de
eeuw en omstreeks 1490 een praktisch leerboek schreef voor apothekers
(Dispensarium Magistri Nicolai Praepositi ad
Aromatarios).
Het werk van Nicolaus Praepositius is weer
gebaseerd op een handschrift van Matthaeus Plataerius: De simplici
Medicina. Matthaeus Platearius
(overl. 1161) was een arts uit de medische school in Salerno, en men
neemt aan dat hij in de twaalfde eeuw een Latijns manuscript over
medicinale kruiden heeft geschreven. Er
zijn diverse trefwoorden waarop tekst is te vinden
zoals: lapis, ematites, terra, gumi, bolus, bolum, boli, figil
(sigillata) etc. In het begin van het boek is een alfabetisch register
(Tabula) te vinden. Daarna volgt een artikel over 'De
conditinibus boni apothecarij' met een eigen onderverdeling
waarin o.a. De berbis, De floribus, De aquis, De gummis, De
mineralibus enz. Het boek is zeer uitgebreid. De eenvoud zit in
de ordeningscategoriën die meerdere zoekwegen bieden. We
gaan hier kort in op het mineraal Hematiet:
"Ematites frigi.
est & sic. lapis
est qui occidentali 'plaga & oriëntali repit. diu tissime
servat. Virtuté habet cónstringendi sanguiné. Usi
of ematites ab ema quo est sanguis: etites quo' est sistens.
Contra fluxú sanguis de narib' fricet ematites cum 'succo
sanguiaries sub cote: uli marmor. & bombyx intinct' narib'
imponat'."
Vertaald:
"Hematiet is koud en droog. [sic = sicco] De steen deed er
lang over om
zich in het westen te verspreiden, komende uit het oosten. Als
verdienste bezit deze [steen] bloedingen te [kunnen] stelpen. Hematiet
wordt bij
de uitstroming van bloed benut; En ongeacht waar dat nodig is.
Tegen een bloedende neus helpt het een papje van hematietpoeder in te
wrijven onder de neusvleugels [in de neusgaten], breng daartoe
verbandgaas ingedoopt in het papje in de neus aan'.
1513
Tbouck
van wondre
Overzicht
van
allerlei oude recepten om stoffen te verven. Er zijn teksten in
oud-nederlands en italiaans opgenomen. O.a. aluin en puimsteen (blz.
80) worden genoemd om kleurstoffen aan weefsels te binden.
1513
Johannes
de
Ketham, Fasciculus
medicine - Venetiis, Gregorius de Gregoriis 1513
Medisch handboek in het latijn met
bladvullende illustraties in lijn
van menselijk lichaam en
recepten voor behandelingen. Trefwoorden o.a. : bolo,
terra, terra sigillata, color, lapidis ematitie enz. De
OCR-omzetting is bruikbaar.
"Aliud
Emplastrum. Et si tale vulnus fixum aut profundum multum cruè
taverit. Accipe thus album sanguinem draconis vinum nigrum sel und
blutsteín, id est lapidís ematítie: bec omnia
contunde ínfimul:a fac emplastrum cum claro oui; a illud
consecium super stupas ponatur a vulneri applicetur. "
Vertaald:
"Een andere pleister. En bij een dergelijke [schaaf-]
wond of diepe snijwond. Neem dan eiwit [,] cinnaberpoeder [,]
zwarte wijn [,]zout en bloedsteen,
dat is namelijk
hematíetsteen: Doe al deze dingen bij elkaar in een mortier
(vijzel), stamp/ roer alles te samen en maak een pleister met een
geklaard ei
ter grootte van de snee en breng deze aan op de wond."
JdH:
'und blutstein' lijkt een direkte overname uit een duitse
tekst. Cinnaberpoeder is zeer giftig (kwik en zwavel).
'Sanguinem draconis' is ook een plant met witte bloemen.
1517
Meister
Hans von Gersdorff: Feldbuch der Wundarzeney, Joannem Schott ju
Strasburg im Teyergarten, Anno Christi MCCCCCXII en latere
uitgave:MDXXVIII
Er kunnen
diverse
zoektermen worden ingevoerd zoals: terra, bol(us),
fig(illata), rot, puluer (pulver) enz.
Voorbeeld
van een recept (blz. digitaal 88 onderaan):: "Von
den
Blütstellungen. Ein anders. Nim den gelben somen in den
edelen
roten roszen/ das man in der apoteken nennet antera. j. lot. trachen
blüt /terra sigillata/ bolum armenü yedes.j.quinsit, mach sye
zü
pulver. Nim dan das weissz von eim ey/ und schlag das
undereinander/
nü mach darusz sapffen mit boumwollen/ und stossz die in die
naszen.."
Vertaling:
Van
de bloedstelpingen. Een andere. Neem de gele stampers van de
edele
rode rozen / die men bij de apotheek 'antera' noemt / een loot
drakenbloed / terra sigillata / armeense bolus van elk een
vijfde,
[en] maak er poeder van. Neem dan het wit van een ei/ en roer het door
elkaar/ maak daaruit een papje met katoenpluk [dep daar een
dot
watten in] / en duw die in de neus.
Vgl.
recept tegen
een bloedneus hierboven
met dat uit 1512. Dit
soort receptenboeken laten zien welke artikelen allemaal bij
apothekers in het begin van de 16e eeuw te koop waren. Daar waren ook
grondstoffen voor schilders bij.
Bovenvermeld
mengsel, om een bloedneus te stoppen, bevat
'toevalligerwijs' een aantal stoffen die een rode kleur bezitten en als
grondstof voor roodkrijtstiften in aanmerking komen. Misschien heeft
een tekenaar met zo'n opgedroogd papje wel eens een lijn proberen te
zetten in de 16e eeuw.
1520
Martin
Stainpeis: Liber
de modo stude(n)di seu legendi in medicina Taal:
Latijn. Trefwoorden: Ematites, Gumi
Arabic,
Lapis Armenus, Bolus Armenus (blz. 290-digitaal,achterin het boek),
Terra Sigillata,o etc.
De
omschrijving van Hematiet (Lapis ematites) op (blz. 137 digitaal): "
Lapis ematites. plu et stain, & est satis gravis in pondere &
rubedinis obscure, & ei' color é similis colori
sanguis."
(vertaald:
Hematiet steen. verweert [etst] in de regen, is heel zwaar
in gewicht en bezit een donkerrode kleur, en de kleur is vergelijkbaar
met de kleur van bloed.)
"Lapis
armenus. est lapis cari precií. quía una uncia pro
uno ducato. & dicitur a regiöe, & est lucidus &
subalbidus. & administrari debet lotus, & habet macularú
distinctiones virides & nigras, & qui non est in lapidis
termino eligitur, immo est dissolubilis & pulverrisabilis. &
qui est in ractu lenis. carens asperitate, Me sue. Et corrigitur per
eius ablutioné, ut in ant.Nic.Prae.ad aro. &c."
(vertaald:
"Armeense steen. [De steen] is zeer kostbaar. dat is
één ons voor één ducaat, afhankelijk van de
streek en is helder en wit. En moet worden toegediend [opgelost]in
een bad , en heeft groen en zwart gekleurde te onderscheiden delen, die
niet in de uitgekozen stenen mogen voorkomen, het is inderdaad
onstabiel en poederig [pulverend]. En hij is zacht van karakter. in
afwachting van zijn vergruizeling, [en] plakt niet. En het verandert
door te wassen volgens Nic.Prae.ad.aro. E.a.. ")
N.B.
Nic.Prae.ad.aro. = 'Magistri Nicolai Praepositi ad
Aromatarios execellentissimi medicinae' is een arts waarnaar
hiervoor wordt verwezen. (zie dig. pagina 12)
Er worden allerlei
mineralen
en gesteenten behandeld evenals
allerlei gum- en
gomsoorten. De OCR-omzetting is zeer matig, wat de
doorzoekbaarheid niet ten goede komt.
1520-21
Albrecht Dürers Schriftlicher
Nachlass enz. Uitgave met inleiding van Heinrich Wölfflin,
Berlijn, 1910 (2e druk)
Dagboek over o.a. zijn
reis
naar
de Nederlanden. Er zijn op enkele plaatsen teksten over
Dürer en Rafaël .
Citaten uit de periode 1520-1521 o.a. ingedeeld naar tekenmaterialen:
- Krijt (zwart, rood, wit):
'...Ich hab
Meister
Adrian für jj fl. Kunst geschenkt. 1 Stüber für ein
Rötelstein
geben." Adrien Herebouts is Raadspensionaris van Antdorff
(=Antwerpen). Dürer heeft in 1520 in Antwerpen een rötelstein gekocht. Herkomst? Naast
één tekst-vindplaats van het woord
'Rötelstein'', zijn er nog drie
vindplaatsen met de term 'schwarze Kreide' en één met de
term
'Steinkreide'. Dürer kocht dus regelmatig zwarte
krijtstenen en
zaagde
daar waarschijnlijk zelf stiften uit. Meder meent dat de aankoop van
rötelsteen meer bedoeld was voor de grondering van zijn panelen.
Dus helemaal niet om er mee te tekenen. Er zijn ook nauwelijks
tekeningen met rood krijt van hem bekend. Ook komt de zin
"Steinkohln und schwarze Kreuden." voor. Zou met 'Steinkohln'
echt steenkool worden bedoeld, als tekenmateriaal of is het ampeliet in
steenvorm? De periode waarin de vermelding over
steenkool voorkomt is rond 1 september. Dürer vermeldt ook dat hij
drie
uitzichten en twee
kleding (kostuum?)tekeningen op grauw papier met zwart en wit krijt
heeft gemaakt.
(blz. 103).
- Steinkreiden: "Ich
hab den Cornelius
(Grapheus), der von Antorff Secretari, gar gut mit der Steinkreiden
conterfet." (blz. 85) Steinkreiden zijn krijtsoorten
die gemaakt zijn van
verpulverde mineralen, vaak wit of grijsbruin (Vicenza kreide) van
kleur. Aan het poeder zal een bindmiddel zijn toegevoegd. Of het
een soort pastelkrijt is, is niet duidelijk. Over Steinkreiden wordt de
volgende tekst vermeld In P. Albinus Meißnische Land-und
BergChronik. Dresden 1589, Meisnissche BergCronica. fol.176. seq.
XII "Kreiden allerley Farben. Zu Waldenburg findet man gelbe Kreiden
die weich und leichtlich schreibet. Item daselbste ein Violbraune
Kreiden/ wie auch ein fette weisse Erden/ damit man ferben kan/ gleich
wie man in Turingen bey Rögeln ene blawe Kreide findet/ damit man
die Heuser malet. Sonsten findet man auch braune schwarze und
dunkelgrawe Steinkreiden. Item schwarze schreib Kreide/ schwarze mit
Silber weissen Sperncklein/ gleich auch eine weisse
Silberkreiden." Opvallend is
dat er geen rood (steen)krijt wordt vermeld.
- Kohle: Dürer
tekende veel
portretten met
'Kohln' of 'Kohle' (bijna 40 instanties) . Dürer is in
1520 en
1521 na z'n Italiaanse reizen (o.a. 1494, 1498, 1506
Venetië) in
Mechelen en Antwerpen. Mogelijk wordt met 'Kohle' het
begrip
'Reißkohle'
bedoeld. Dr.
Wilhelm Buchner gebruikt in
'Deutsche Ehrenhalle', Darmstadt, 1862, p. 247, de term 'Reißkohle' in relatie met
Dürer en Keizer Maximiliaan. Reißkohle vraagt niet om zware fixatie in
tegenstelling
tot gewone houtskool. In de dagboeken van
Dürer
is nergens sprake van fixatie van Kohl- tekeningen, terwijl hij wel
verwijst naar het vernissen van zijn
schilderwerken. Venetiaanse houtskool of 'fusain venétien'
komt in
de 16e eeuw in de mode. Reißkohle bestaat uit in
lijnolie gedrenkte en (eventueel taps toelopende) geperste houtskool
die vaak ook nog omwikkeld is
met een dunne folie. Reißkohle is ook in
verschillende hardheidsgraden verkrijgbaar door verschillen in persing
en olie.
In een duits woordenboek uit 1824/1844 komen we wel de vermelding tegen
dat
tekeningen met (houts)kool op gelijmd papier moesten worden gemaakt.
Die houtskooltekeningen dienden ter
fixatie
aan waterdamp te worden
blootgesteld. Er werd
meestal gewerkt op een 'Reißbrett',
een gladde houten tekenplank, die als ondergrond diende voor een
voorgelijmd vel
papier. Belangrijk was dat het vel papier, dat door bevochtiging
eerst uitdijde, aan de randen zorgvuldig werd vastgekleefd
met bijv. stijfsel of andere lijm en dan strak opdroogde. Als de tekening af was,
dan werd de tekening, nog op de plank, boven waterdamp gehouden. De tekening (het
houtskoolpoeder) wordt door de warme
waterdamp aan het gelijmde papier gehecht.
Pas na droging werd de tekening losgesneden vanuit de strakgetrokken
positie.
'Reißen'
heeft zowel bij
Reißkohl,
Reißbrett als Reißblei betrekking
op het begrip 'tekenen'.
- Zilverstift:
Herhaaldelijk komt de term "Steft" voor. (13 x) . Daarmee bedoelt hij,
meestal in combinatie met het woord "conterfet", een zilverstift.
Omstreeks 1
okt 1520 (blz. 58):
"..... Ich hab Herr Wolff von Rogendorff mit den Steft conterfeit. hat
3 Stüber verschenket. Ich hah ein Edelfrau in Tomasins Haus
geconterfet. Ich hab den Nicolao geschenkt ein Hieronymum im Gehaus und
die zween neuen Marienbild..."
-
Inkt: Een
aantal keren koopt Dürer ook 'Federn' en maakt
onderweg 'Federzeichnungen'. Een keer koopt hij "Tinten" in Antwerpen.
- Papier:
wit en grauw (getint papier)
- Magnetiet?
Dürer heeft
in Antwerpen een 'Magnetstein' gekocht. (blz. 84) Zou dat
een stuk magnetiet zijn geweest om naalden, spijkers of ijzervijlsel te
verzamelen, bestemd voor navigatie of een rariteit?
- Rafaël: Ook
heeft Dürer het over Raphaël en het sturen van een
gravure om iets van Raphael teruggestuurd te krijgen. "...Ich hab dem Thomas Polonius
ein ganzen
Druck geben, der mir durch ihn ein ander Maler gen Rohm geschickt
wurde, der mir des Raphaels Ding dargegen schicken soll, am Montag nach
Michaelis 1520 (1. Okt.)....". Wat betreft de schilder
Rafaël op blz. 56 :
"Item des
Raphaels von
Urbins Ding ist nach sein Tod alls verzogen (zerstreut worden). Aber
seiner Discipuln einer mit Namen Thomas Polonier (Tommaso Vincidor aus
Bologna), ein guter Maler, der hat mich begehrt zu sehn. So ist er zu
mir kommen und hat mir ein gülden Ring geschenkt, antica, gar mit
ein
gutengeschnitten Stein, ist 5 fl. wert. Aber mir hat man zwiefach Geld
dafür wollen gehen. Dargegen hah ich ihn geschenkt meines besten
gedruckten Dings, das ist wert 6 fl."
Er
bestaat ook een digitale uitgave van : Frederic Verachter, Albrecht
Durer in de Nederlanden, Antwerpen, 1840.
Dürer
en Rafaël (Toelichting bij tekening "naakt studies", ca 1515)
Dürer
is in 1494-1495 en in 1506 in Italië geweest. De laatste keer was
Venetië zijn reisdoel. Hij kende toen
het
werk van
Rafaël (1483-1520) in prentvorm. Rafaël kende Dürer's
werk al in
1498. Rafaël's ster
begon te rijzen na 1500. Zij bewonderden elkaars werk en in
1514/1515
stuurt Dürer zelfs een zelfportret aan Rafaël. Rafaël was vanaf 1514
hoofdbouwmeester van de Sint Pieter te Rome. De boodschap van
Dürer aan
Rafaël daarbij schijnt als volgt te hebben geluid: "U kent mijn
kenmerkende grafische stijl en techniek (ze zijn één en
dezelfde) en het al even opvallende monogram of de handtekening met hen
verbonden. Een aantal van mijn prenten bezit u waarschijnlijk al. Ik wil u een voorbeeld van mijn werk
aanbieden dat niet zo gemakkelijk te verwerven is, en zeker niet
repliceerbaar is door een mechanisch proces." Het zelfportret van Dürer toonde
een hoofd uitgevoerd in gouache op
transparante batist, dus het ontwerp zag er aan beide zijden hetzelfde
uit. Hij gebruikte aquarelverf voor de grond en kleuren, en het wit
was van het doek zelf. Raphael vond het geschenk een prachtig
werk, en
in
ruil daarvoor stuurde hij enkele van zijn eigen roodkrijt tekeningen,
die Dürer
bewaard en gekoesterd heeft. (Bron: "Eine Nachricht von Raffael"
in: Friedrich Teja Bach and Wolfram Pichler, eds.,
Öffnungen: Zur Theorie und Geschichte der Zeichnung (Munich:
Fink, 2009), 109-37 (English text: "A Message from
Raphael")
Tekst hierover bij Vasari: "Dit en zijn
andere werk verspreidde zijn faam tot in
Frankrijk en Vlaanderen, en hij [Rafaël] beïnvloedde het
werk
van Albrecht Dürer, de geweldige Duitse schilder en meester van de
fijne kopergravures, die [hem] zijn eigen zelfportret toestuurde.
Dit was een hoofd, als zelfportret uitgevoerd, door hem, in gouache op
fijn linnen doek (transparante batist), dus het ontwerp zag er
hetzelfde uit aan beide kanten, en zonder loodwit, met transparant
licht, hij gebruikte aquarelverf voor de grond en kleuren, en het wit
van het doek was lichtdoorlatend. Rafaël beschouwde dit als een
prachtig werk, en in ruil daarvoor stuurde hij enkele van zijn eigen
tekeningen, die Dürer dierbaar waren."
(JCdH: De portretschildering is
uitgevoerd zonder wit-hogingen met
loodwit. Het wit in de ondergrond vervulde, zoals bij aquarel, de rol
van de hoogste lichten.)
Of Dürer of Raphael de eerste stap
zette in het contact tussen beide en de uitwisseling van hun werk is
onduidelijk. Sommige deskundigen gaan er van uit dat Rafaël als
jongste de eerste stap diende te zetten. Rafaël
heeft het portret nagelaten aan zijn leerling Giulio Romano. Helaas is het portret van
Dürer, gestuurd aan Rafaël, tegenwoordig verdwenen.
Het zou interessant zijn om te weten
welk rood krijt Rafaël heeft
gebruikt in
zijn met ragfijne lijnen gemaakte krijttekeningen voor Dürer. Of
er in de tijd van Raphael rood krijt in Italië bestond,
dat krijtlijnen vergelijkbaar met zilverstiftlijnen, mogelijk
maakte weten we niet. Misschien
heeft Rafaël met zijn krijttekeningen niet alleen aan Dürer
laten zien welke
tekenkwaliteiten hij bezat ["om zijn hand te tonen"], maar heeft hij
hem mogelijk ook werk
geschonken,
gemaakt met krijt uit diens
eigen land. De Italianen tekenden al in de 16e eeuw, volgens Vasari,
met natuurlijk rood krijt uit Duitsland. De kleur die door
Rafaël
is gebruikt in veel van zijn tekeningen zouden we tegenwoordig Sanguine Portret-Bruin noemen.
1524
Probierbüchlein
auff Gold Silber Kupfer und Bley, auch allerley Ertze (Magdeburg, 1524)
In
dit boekje staan allerlei
recepten die vooral met bovenstaande
metalen te maken hebben. Ook staat er enige informatie in over
kleurpoeders, lijmsoorten, klei e.d.
Probeerboekje
over Wegen en gewichten (Wage
und Gewicht) Probierbüchlin (von Wage und
Gewicht) Door Ciriacus Schreittmann (Probierbüchlin.
Frembde vnd subtile Kunst, vormals im Truck nie gesehen, von ...)
Naast
het type Werck- und Probierbüchlin zijn er ook
Secreetboeken. Een interessant artikel van Philip Ball uit 2015 over
Secreetboeken is: "Alchemy
on the page Here’s an extended version of my
article in Chemistry World on the "Books of Secrets" exhibition
currently at the Chemical Heritage Foundation in Philadelphia."
1546
Georgii
Agricolae, "De natura" etc. Liber V, IIII, X, II , Basileae, MDXLVI
(1546)
Agricolae
gaat uitgebreid in op Hematiet e.d.
Zoekwoorden:
schist, terra, haemat, lapis, rubri(ca), pictor enz.
Hier
een voorbeeld van de woorden krijt en puimsteen in
één tekstfragement:
":tamen
nonnulla sunt rara, exempli causa, creta, qua pictores utuntur,
pumices, tofi.horum.enim partes ut illorum nö sunt omnibus locis
coniunctae continua..."
Vert.
JdH: ".....echter, sommige zijn zeldzaam; neem bijvoorbeeld
krijtsoorten, waar schilders gebruik van maken, puimstenen, net als
tufstenen zijn die niet overal gezamenlijk beschikbaar ......"
Agricolae's De
Natura
, vooral het onderdeel 'Bermannus", vereist een nadere studie omdat in
zijn werk daar de relatie met
schilders (trefwoord = pictor) op div. plaatsen wordt gelegd.!
1549
Antonio Francesco Doni (Florence,
1513 - Monselice, 1574)
"Disegno
del Doni, partito in piu ragionamenti, ne quali si tratta della
scoltura et pittura de colori, de getti, de modegli, con molte case
appertenenti à quest' Arti: etc.,Venetia: Gabriel Giolito di
Ferrarie, 1549"
Trefwoorden
zoals disegno (36 instanties), petri, pietra, linea, chiamata,
carbonaio nero, materia en intagli leveren helaas geen duidelijke
ingangen tot materiaalvermeldingen. Termen als Creta, Rubrica e.d zijn
geheel afwezig.
Hoewel het begrip disegno in de titel
de verwachting wekt dat het over tekenen gaat is het begrip ontwerp of
schets hier meer aan de orde.
Doni is in bovenstaand werk een
auteur die vooral literair over kunst schrijft. Zijn zinswendingen
getuigen van een levendige en flamboyante expressiviteit. Behalve
schrijver was hij ook kalligraaf en tekende hij titelpagina's van
boeken. Hij was in zijn tijd een populair auteur en satiricus. Hij was
de zoon van een scharen-maker, trad toe tot de Orde der Serviten en
reisde vele jaren rond in Noord-Italië.
1550
Giorgio Vasari,
Le
vite de' più eccellenti architetti, pittori et scultori
italiani, da Cimabue insino a'tempi nostri (1550)/ Capitolo 16
(Nell'edizione per i tipi di Lorenzo Torrentino - Firenze 1550)
XLIV DELLA
PITTURA .
CAPITOLO XVI.
Degli schizzi: disegni ;
cartoni, ed ordine di prospettive : e per quel che si sanno, ed a
quello, che i pittori se ne servono.
".....Questi si fanno con varie
cose, ciò è o di lapis rosso, che è una pietra la
qual viene da’ monti di Alamagna, che per esser tenera agevolmente si
sega e riduce in punte sottili da segnare con esse in su i fogli come
tu vuoi, o con la pietra nera che viene de’ monti di Francia, la qual
è similmente come la rossa. Altri di chiaro e scuro si conducono
su fogli tinti, che fa un mezzo, e la penna fa il lineamento ciò
è il d’intorno o profilo, e l’inchiostro con un poco d’acqua fa
una tinta dolce che vela et ombra quello, da poi con un pennello
sottile con della biacca stemperata con la gomma si lumeggia il
disegno, e questo modo è molto alla pittoresca e mostra
piú l’ordine del colorito......"
Vert.
JdH: "..... Dit gebeurt met verschillende dingen, of met de "lapis
rosso" [rode steen], dat is een steen die afkomstig is uit de bergen
van Duitsland, die gemakkelijk te zagen is [in plakken] en te reduceren
tot dunne stiften waarmee op bladen [papier] lijnen kunnen worden
aangebracht zoals u het wenst, of met de "pietra nera" [zwarte steen]
die uit de bergen van Frankrijk komt, welke vergelijkbaar is met de
rode. Om op een andere manier licht en donker weer te geven werkt men
op gekleurde bladen, die een halftoon bezitten, en de pen levert de
lijn die de rand of de contour is, en de inkt met een beetje water
levert een zachte tint voor vlakken en schaduwen, om vervolgens met een
smalle penseel met wat verdund loodwit accenten in de tekening
aan te brengen, en deze [werk]wijze is heel picturaal en laat meer
levendigheid zien ... "
N.B. Opvallend is de vermelding dat het rode tekenkrijt uit Duitsland
en het zwarte tekenkrijt uit Frankrijk komt. In Italië komen deze
krijtsoorten in de natuur blijkbaar niet voor. De ontwikkeling om op
getint papier te tekenen lijkt nog niet aan rood en zwart
krijt gekoppeld te worden.
"8. ll signor Filippo Cicciaporci gentiluomo Fiorentino ha una
copiosissima e singolar raccolta di disegni di varj, e tutti d’insigni
professori tanto antichi, che moderni. Ella in gran parte proviene da
una collezione , che avea santa gia il cavalier Giuseppe Cesari d’
Arpino, che egli poi è andato sempre aumentando . Tra essi ve ne
sono circa 80. attribuiti a Michelangelo, e molti professori, chegli
hanno veduti, gli credono originali terminati parte di lapis roſſo, o
nero, e parte in penna, fatti con quella intelligenza , e bravura,
ch’era propria di queſto divino artefice, ma inſieme finiti con molta
diligenza. Il detto gentiluomo di preſente abita in Roma....."
Vert. JdH: "8. De heer Filippo
Cicciaporci, [een] Florentijnse heer heeft een overvloedige en unieke
collectie tekeningen van diverse, en veel vooraanstaande meesters,
zo[wel] oude als moderne. Ze komt grotendeels [voort] uit een
collectie, die ridder Giuseppe Cesari d'Arpino bezat, die voortdurend
[aan]groeide. Er zijn ongeveer 80 van hen, toegeschreven aan
Michelangelo, en veel deskundigen, die ze hebben gezien, geloven dat de
originele stukken gemaakt waren met rode of zwarte lapis en [een] deel
in pen, gemaakt met die intelligentie en vaardigheid, die eigen was aan
deze goddelijke schepper, maar als geheel met veel zorgvuldigheid zijn
uitgevoerd. Genoemde heer leeft tegenwoordig bij voorkeur in Rome."
N.B. Bij het
woord
"lapis" treffen we "rosso" en "nero" als
kleuraanduidingen aan. (1760 Vasari, Noot 8 op blz. 350, Quarto
Parte, IN ROMA MDCCLX). Als
Vasari het verder in zijn boek over
"matita" heeft bedoelt hij daarmee meestal een rode of zwarte
"tekenstift'.
1550
In een Italiaans
medisch
receptenboek uit Florence uit 1550 is het
volgende te vinden over Sinopia:
EL
RICETTARIO DELL 'ARTE, ET VNIVERSITA DE MEDICI, ET SPETIALI DELL
A CITTA DI F I R E N Z E. Firenze, MDL (1550), Parte prima, blz.43
".....La Sinopia,
chiamata
da Dioscoride Rubrica Sinopide, perche si vendeva in Sinope
Città, è
una terra rossa, hoggi ne abbiamo di molti altri luoghi, & chiama
si Bolo Armeno, del quale si è detto di sopra del Bolo. E leggesi secondo
Dioscoride quella che è grave, densa, del
colore del
Fegato, senza pietre, & colorita tutta egualmente, et che messa
nell'acqua agevolmente si disfà. Qui per el Bolo
intendiamo el nostra
le. Quella Sinopia che ad operano é legnaiuoli è un'altra
sorte di
Rubrica, & si suol fare di Ocra cotta......"
Sinopia,
dat door Dioscorides 'Rubrica Sinopide' werd genoemd, omdat
het in de stad Sinope [Sinopia] werd verkocht, is een rode aarde
[klei], zoals die op veel andere plaatsen wordt aantroffen, en we
noemen het Armeense Bolus, wat ook van deze Bolus wordt gezegd.
En
bij Dioscorides lezen we dat deze [bolus] zwaar en compact is, de
kleur van lever bezit, vrij van stenen is, en overal gelijk van kleur,
en dat het in water geplaatst gemakkelijk uiteenvalt [oplost]. Wij
geven hier de voorkeur aan die Bolus en de onze. Hier bedoelen we
met
Bolus die uit ons eigen land. De Sinopia die gebruikt wordt door de
timmerlieden is een ander soort rode aarde [Rubrica], en is doorgaans
gemaakt van gebrande [gele] oker.
1555
Pietro Andrea Matthioli
(1501-1578)
I Difcorfi Di
M.
Pietro Andrea Matthioli Medico Sanefe, Ne I
Sei Libri Della Materia Medicinale Di Pedacio Dioscoride Anazarbeo
etc., In Vinegia, nella bottega d' Erafmo. Vincenzo Valgrifi,
Venetië, 1555, p.
661
"La PIETRA chiamata
Hematite,
cio è fanguigna, la quale fi
chiama communemente Lapis, è notißima à tutti,
& haffene in Italia affai copia nelle fpetiarie per l’uso non
solamente della medicina, ma dei pittori, de i lègnaiuoli ,
& de farti, per effer atta molto per difegnare, & tirar
diverfe linee. Ma non però è questa quella, di cui hanno
intefo Dioscoride, & Galeno, percioche quella del commune ufo
è contra fatta di bolo Armeno commune, & d’altre misturaggini. Avenga che la
vera fi ritroui minerale, la quale rompendoft fi vede di color uiuo di
fangue, da cui ha prefo il nome: percioche i Greci chiamano il
fangue haema. Simile à questa è non folamente nel colore,
ma parimente nelle faculta anchora la scistile: & però
ne
scriffe Dioscoride fubito dopo l’Hematite. Nafce l'una & l'altra
non folamente in Egitto, ma in piu luoghi d'Alamagna, & di Boemia,
onde si ci portano in Italia."
Vertaling
JdH: "De
steen die Hematiet heet, die bloedrood
van kleur is, en die in het algemeen Lapis (It.=Lapis) wordt
genoemd, en die iedereen kent, en waarvan in Italië verschillende
versies in apotheken verkrijgbaar zijn, wordt niet alleen in de
geneeskunst, maar ook door schilders, ambachtslieden en kleermakers
gebruikt, die er meestal mee tekenen en er verschillende [soorten]
lijnen mee trekken. Maar dat
is niet, wat Dioscorides en Galenus bedoelen, want wat in het
algemeen wordt gebruikt is afgeleid van de bekende Armeense Bolus en
andere mengsels. Het komt voor, dat wat in werkelijkheid voor mineraal
wordt aangezien, opengebroken, een op bloed gelijkende kleur toont,
waaraan het zijn naam dankt: omdat de Grieken bloed haema noemden. Vergelijkbaar hiermee, niet alleen in
kleur, maar blijkbaar in dezelfde groep ingedeeld, is de schisteuze
(hematiet): en
door Dioscorides direkt na hematiet vermeld. Zowel de ene als de andere [soort] komt
niet
alleen voor in Egypte, maar op meerdere plaatsen in Duitsland en
Bohemen,
en [...]ook in Italië (in Franse vertaling uit 1572 : aussi en
Italie......)"
Commentaar JdH: Zowel
medicinale Terrae
Sigillatae in pil-vorm en Rood tekenkrijt
(Lapis) in steenvorm werden volgens Mattioli,
behalve vanuit Egypte, ook vanuit Europese zeehavens,
naar Italië vervoerd. Natuurlijk
rötelkrijt werd al
sinds de Romeinse tijd via rivieren
door heel Europa
vervoerd, tot aan Marseille toe. Mogelijk is er vandaaruit vervoer
over zee naar Italië geweest. Naast natuurlijk rood krijt in
stiftvorm (rötelstiften) waren er misschien ook rode
leisteen-soorten (schisteus krijt) en rötel in brokken bij
apothekers verkrijgbaar, steensoorten die geschikt waren voor gebruik
als
tekenkrijt. Eigenlijk zijn kunstmatig vervaardigde rode krijtachtige
brokken geen natuurlijke stenen. De apothekers waren in de 16e
eeuw de leveranciers van natuurlijk
tekenkrijt maar blijkbaar ook van kunstmatig vervaardigde krijtklonten.
Als de pillen van bijv. terra-siggillata poeder of engobe
klei te weinig cohesie bezaten om als tekenstift
te worden gebruikt kon er, na verpulvering, extra gom aan worden
toegevoegd, die de bolus, na droging, wel geschikt maakte als
tekenstift.
•
Pedanius Dioscoride, né vers 40 après J.-C. à
Anazarba en Turquie et mort vers 90 après J.-C., est un
médecin grec dont De materia Medica a été la
source principale de connaissance en matière de plantes
médicinales durant l'Antiquité. Elle fut utilisée
jusqu'au XVIe siècle. Pierre
André Matthioli (1501-1577) médecin et botaniste, fut un des traducteurs de De Materia medica,
une somme à laquelle il a ajouté d'importants
commentaires.
JdH: Mattioli
heeft als kind het
gebruik van rood tekenkrijt meegemaakt in Venetië en het vast
ook zelf wel gemaakt of gekocht bij apothekers.
1559: Italiaanse tekst over hematiet en schisteus hematiet in
"Il Discorsi" van Matthioli (MDLIX 1559 - p. 648 )
"Onde interviene, che dalle ras[s]ure de fassi, di cui si sa la
calcina, si sa il gesso, la pietra melitite, & parimente la
galattite, quando mescolate con l'acqua si dis[s]eccano. Et nel
medesime modo si sa la hematite, & la pietra chiamata schistos,
delle rasure delle pietre rosse. Et ritrovansi spesso per le medesime
ragioni nelle commessure de marmi macchiati, & di quelli anchora,
che tirano al bigio, idattoli chiamati Idei, le pietre Giudaiche, le
trochìte, & altre simili."
----------------------------------------
Vertaling in het Frans van
"Commentaires de M. Pierre André Matthiole Medecin Senois, sur
les six livres de Ped. di Scor. Anazarbeen de la matière
Medecinale", bezorgd door M. Iean des Moulins Docteur en Medicine,
À Lyon, PAR GVILL. ROVILLE, MDLXXIX (1579) , p. 708.
"......Là de l'eau coulante
entre les fentes des pierres s'amasse une matiere pierreuse pendant des
voutes desdites cavernes, ne plus ne moins que les glassons, au grand
gel de l'hiver, pendent des toits des maisons. Des mesmes pierres
à chaux croist le plastre, la pierre melitite, galactite, &
certaines autres pierres & de l'humeur composee du meslange de la
mesme pierre à chaux, & d'eau croist la pierre nommee
specularis, & le plastre, duquel on en trouve bien peu de
transparent. Semblablement des raclures de pierre rouge se fait la
pierre hæmatites, & celle qu'on nomme Schistos. Item es
fentes du marbre goutté on trouve des pierres nommees Dactylus
Idaeus, Iudaicus, Trochites, & autres semblables. ......"
(Nederlandse vertaling JdH)
"Daar, vanwege het stromende water
tussen de spleten van stenen, 'groeit' een steenachtie materie
gedurende de vorming van de gewelven van genoemde grotten, niet veel
anders dan de ijspegels tijdens de grote winterse vorst [periode],
hangend aan de daken van de huizen. Dezelfde gesteenten van kalk zijn
te vinden in het gips, de melitietsteen, galactiet en bepaalde andere
stenen en in het druipsteenmengsel van dezelfde kalksteen, en in
water de steen genaamd specularis, en de pleister, waarvan er slechts
weinig transparant is. Vergelijkbaar met de rode steenafkrabsels is de
hematietsteen, en de steen genaamd Schistos. De spleten van het
geaderde [gemarmerde] marmer worden gevonden in stenen genaamd Dactylus
Idaeus, Iudaicus, Trochites en anderen."
Op een andere
plaats in de tekst...
La pierre Scissille croist en
Espagne. On estime le plus celle qui est de couleur de saffran, aisee
à rompre, qui de sa nature facilement se fend, de composition de
corps & de veines & separations quell'a en mode de peignes,
semblable au sel ammoniac. Ell'est de mesmes vertus que l'hematite,
mais plus debiles en toutes choses. Abbreuvee de laict de femme remplit
les cauités des ulceres. Ell'est fort bone aux ruptures, aux
proc[r]idences des yeux, à la grosseur des paupieres, au raisin
des yeux. La pierre scissile que Dioscoride dit croistre en Espagne,
selon Agricola, non seulement se trouve en plusieurs lieux de la forest
Hercynie, ains aussi en Boheme, où nous en avons trouvé.
Au reste estant de mesme vertu que l'hematite, on peut user de
l'hematite au lieu d'icelle. Gal. au liu.9. des simpl. en parle le
ainsi: La pierre scissile a mesmes vertus que l'hematite, mais plus
debiles, apres icelle la galactite. La melitite a, comme dit est,
quelque chaleur. Comme donc chacune d'icelles s'eslongne peu
à peu des vertus de l'hematite, ainsi semblablement les faut il
emploier aux medecines des yeux: toutes fois ell' est plus graciense.
Or les plus doux medicamens sont toujours plus agreables & plus
plaisans aux parties enflammees quand elles sont deliurees
d'inflammation, ils sont plus debiles qu'il n'est besoin pour les
guerir. πέτρα σχιστόλιθοι en Grec, en Latin lapis Schistus, en
Italien
pietra Scissile. (versie
uit MDCCXII 1712 - p.713 en MDCCXLIV 1744 - p. 713)
(Nederlandse vertaling JdH)
De Schiste-steen (Lapis Schistus)
'groeit' in Spanje. Men waardeert het meest [die soort] die de kleur
van
saffraan heeft, gemakkelijk [is] te breken, die van nature gemakkelijk
splijt, en qua samenstelling van lichaamsaders en scheidingen een
kamvorm bezit, vergelijkbaar met ammoniakzout. Zij [de steen] bezit
dezelfde voordelen als hematiet, maar op alle gebieden iets minder.
Vermengd met moedermelk dekt het de wonden van zweren af. Dit [mengsel]
is ook goed bij breuken, bij oogafwijkingen, bij dikke oogleden, [en]
bij tranende ogen. De schiste steen, die volgens Dioscorides 'groeit'
in Spanje, is volgens Agricola niet alleen te vinden op
verschillende plaatsen in het Woud van Hercynia [Harz, Gebergte in
Midden Duitsland] maar ook in Bohemen, waar we er enkele hebben
gevonden. Trouwens, van dezelfde kwaliteit als hematiet, is het
mogelijk om in plaats daarvan hematiet [poeder] te gebruiken. Gal. zegt
daarover in liv. 9. Des Simpl.: De schiste steen bezit dezelfde
kwaliteiten als hematiet, maar zwakker, vergelijkbaar met galactiet
[melksteen]. Meliliet [honingsteen] geeft, zoals wordt gezegd, enige
warmte. Omdat men daarom geleidelijk aan afstapt van de voordelen van
hematiet, is het dus noodzakelijk om de ogen te gebruiken [de kost te
geven] bij medicijnen: elke keer is het weer beter [JdH: beter dan een
voorgaande soort?]. Hoewel de zachtste medicamenten altijd aangenamer
en plezieriger zijn voor de ontstoken delen, wanneer ze worden gebruikt
bij een ontstekingsziekte zijn ze zwakker dan nodig om deze te genezen.
πέτρα σχιστόλιθοι in het Grieks, in het Latijn Lapis
Schistus, in het
Italiaans pietra Scissile.
Conclusie: In bovenstaande
teksten
wordt een directe verbinding gelegd tussen hematiet en schisteus
hematiet (aangroeisel rondom hematiet) en de mogelijke ontstaanswijze
van schisteus hematiet. Schisteus Hematiet 'groeit' in de bodem op
locaties waar door erosie water vermengd met kalk en ijzerhoudende
materie zich in spleten kan ophopen. De term 'rode steenafkrabsels'
duidt op de vorm en kleur waarin rood krijt wordt gewonnen. Enerzijds
zullen stukken die aan hematietkernen vastzitten worden afgebroken in
brokken (krijt), anderzijds duidt schraapsel meer op brokkelig en
verpulverd materiaal dat geschikt is voor verdere verwerking. Of de
lapis schistus altijd in de buurt van Hematietkernen wordt gevonden is
niet duidelijk.
1565
CONRADI
GESNERI, DE RERVM FOSSILIVM LAPIDVM ET GEMMARVM, Tiguri (Zurich)
MDLXV (1565)
De figuris lapidum
etc.
Conradus Gesnerus, blz. 104 (rechtsonder)
en blz. 105 (linksboven)
"I. Imagines. Vide
Facies
superius. Incudes fabrorum è ferro
siunt, apud Misenos etiam è Basalte ferri coloris & duritiae
lapide. Instrumenta varia diversorum artificum, è diversis
metallis siunt. Stylus inserius depictus, ad sceribédum factus
est, plumbi cuiusdam (fastitij put, quod aliquos Stimmi Anglicum vocare
audio) genere, in mucronem derasi, in manubrium ligneum inserto."
"I.
Bij de afbeeldingen. Zie hiernavolgende aanzichten. Bijgaand
ontwerp/ fabrikaat is gemaakt van metaal, met een ijzerkleur en
hardheid die op basalt lijkt. Verscheidene instrumenten van
verschillende kunstenaars, zijn van verschillende metalen. De stylus
die hieronder is afgebeeld, die bedoeld is om te schrijven, bevat een
bepaald soort lood [???? of stift?] ('fastitij'
[fast=snel?] misschien, en sommigen waarderen misschien mijn Engelse
term), met een scherp geslepen punt, [en is] gevat in een houten
handvat.

Zou Leonardo da Vinci met zo'n
stift(houder) hebben geschreven en getekend?
JdH:
-
Misenos is een term die bij Agricola voorkomt en verwijst naar
"schistos misenos", een soort harde, als ijzer glimmende, hematiet
(?) (Imperato
de Fossilibus Quaderno Pontaniana 61)
-
"Plumbi cuiusdam" = "een bepaald soort (pot)lood" verwijst, lijkt mij,
naar een ander materiaal
dan
lood, mogelijk grafiet of pencil ore hematiet. In dezelfde streek
(Borrowdale in Cumbrië) in Engeland waar grafiet werd gevonden
wordt ook 'pencil ore hematite' gevonden.
- "Plumbi cuiusdam"kan mogelijk ook 'pencil ore hematiet' zijn geweest
uit Cumbrië (Engeland). Een stift die op een ongeglazuurde tegel
of een met puimsteenpoeder geprepareerd papier een rode lijn nalaat.
Vandaar misschien de relatie met Stimmi Anglicum' ?
1580
Bernard Palissy: Discours
admirables, de la nature des eaux et fontaines, tant naturelles qu'
artificielles, des métaux, des sels & salines, des pierres,
des terres, du feu & des emaux etc. , Paris, 1580
Bernard
Palissy (Agen, 1510 - Parijs, 1590), was een Frans
pottenbakker en pionier van keramiek- en glazuurtechnieken. Palissy was
tevens wetenschapper, glazenier, schrijver en
kunstschilder.
Citaten
uit "Discourses
admirable de l'art de terre etc., blz. 332, 334, 337 en 338", teksten over pierre noire, bolus,
sanguinekrijt en mergel:
".....Praktijk....Niet alleen tripoli
[zachte
steen, geel-roodachtig van kleur en met een zeer fijne korrel, die men
gebruikt om glas en metaal te polijsten], maar ook oker, boliarmeni, en
al deze mineralen, die zijn versteend zoals de sanguine, l'orcane [arcane is een
geheime alchemistische stof/ Gérard Boutet, Artisans de nos villages: Petit dictionnaire
des métiers des campagnes 1850-1970], en de
zwarte steen, alle zijn slechts versteende [verharde] aardsoorten,
bijtend
en samentrekkend, als een soort gezegelde aarde." en
"...
Theorie.... Ik bid je mij vertellen of het mogelijk zou zijn
om enige aarde in Frankrijk te vinden die dezelfde werking oplevert als
die welke je zegt: want in al je toespraken maak je geen
onderscheid tussen stoffen die het verharden van steen, mergel en
kleigronden veroorzaken, en in zoverre jij het toeschrijft aan
gezegelde aarde komt haar verdienste voort uit dezelfde oorzaak die de
aard-, steen-, en mergelsoorten van dit land hebben verhard, waarom is
het dan niet mogelijk dat in Frankrijk aardsoorten
gevonden kunnen worden met dezelfde werking, gezien dat ze
veroorzaakt worden door een zelfde kracht? zoals gezegd....." en
"...Praktijk.....Ik heb
geconcludeerd dat op
menige plek ook Lemnische aarde kan worden gevonden, die dezelfde
werking heeft als die welke men gebruikt in Turkije, waarover we
gesproken hebben. Ik zal je nog een voorbeeld geven, je weet dat onze
voorouders grote waardering hadden voor de Armeense bolus, vanwege de
samentrekkende werking, die echter, gezien het gebruik ervan in
Frankrijk, dezelfde is als die gebruikt wordt in het [dat] land; & die vaak wordt gevonden in vele delen
van Frankrijk, dat wat men hen verstrekt niet die van
Armenië is, die, zoals je weet, de Romeinen 'bollus armenus'
noemen
en [die] in Frankrijk "bolearmeny" heet. Er is ook nog een andere soort
[bolus] die droger [poederachtiger] is dan laatstgenoemde, waarmee de
schilders portrettekeningen maken, die ze sanguinestenen noemen, deze
is zeer geschikt voor het weergeven naar de natuur: ze bezit een heel
fijne korrel. ...." en
"...Praktijk.....de
andere, die zacht is gebleven,
waarvan men rode krijtstiften maakt, is in een bepaalde
toestand gebleven want het water loogde het uit tot zijn volmaakte
aftreksel, en om een donkere partij weer te geven is er alleen sprake
van mergel, ik zeg je nu dat op veel plaatsen de mergel kan worden
gebruikt om witte krijtstiften te maken voor het weergeven van de witte
partijen, zoals het sanguine dient voor het trekken van rode lijnen".
JdH: Lemische aarde
en
Armeense bolus zijn beide volgens Palissy
niet plaats-gebonden maar meer een type aanduiding. Deze soort klei of
bolus is op meerdere plekken in Frankrijk te vinden. De locaties worden
door Palissy helaas niet genoemd. Misschien zijn het er teveel. Wat betreft de
aangesproken
jij-figuur; De teksten laten een dialoog
zien tussen Theorie en Praktijk. De theorie en de praktijk spreken met
elkaar en ondervragen elkaar.
N.B. 'Pétrifié' is
Frans
voor 'versteend'.
Links: Terrae Sigillatae ("gezegelde
aarde")-pillen uit
Leijden, (Ontslote
kabinet der simplicia of enkele drogeryen etc.,
Johannes Schroder, Leijden 1741, p. 167). Herkomst ill.
onbekend.
Rechts: Van een stempel voorziene Terrae Sigillatae-pillen (1501-1700),
Duitsland. Deze pillen zien er uit als pillen uit de oudheid.
(collectie Wetenschapsmuseum in Londen)
In een scheepswrak (Relitto del
Pozzino) uit de antieke oudheid, dat in
het jaar 120 voor
Chr. is gezonken voor de kust van Toscane, is tegen het eind van de 20e
eeuw de inhoud een medicijnkist gevonden. Daarin zat ook een met
bijenwas afgesloten cilindrisch tinnen doosje (pixides) met vijf
pillen. De diameter van de pillen was 4 cm. en de dikte per pil 1
cm. De pillen (terrae sigillatae) bevatten zink, ijzeroxide, zetmeel,
bijenwas en hars. Ingrediënten die op gebruik voor het uitwassen
van ogen wijzen. Er was ook vaag een stempelafdruk te zien op
één pil.
Zie
ook over Terra Sigillata: Dr. M. A. van Andel, "Klassieke
Wondermiddelen", artikel uit 1928.

In het
Vigani Cabinet in Queens College in Cambridge (1704) bevindt zich
in la M. 'Stones and Minerals' een drietal voorbeelden van Terra
Sigillata pillen: v.l.n.r. Lemnische aarde (warm licht roze), Bolus
Alba (wit) en Bolus Rubricum (roze rood).
Uit deze gezegelde pillen
(verzameld in het begin 18e eeuw of eerder) blijkt dat de kleuren
eigenlijk te licht zijn om van de pillen tekenkrijt te maken. Mogelijk
bestonden er echter wel pillen met een donkerder tint. In dezelfde lade
komt ook een klontje Armeense Bolus voor dat een lichte warme
roodbruine kleur bezit. De krijtkleur is eigenlijk als tekenkrijt te
bleek van tint.
Terra Sigillata uit de Klassieke
Oudheid. Dit vaatwerk bezit alleen aan de buitenkant de donkerrode
kleur, veroorzaakt door een dunne laag engobe. Inwendig is het vaatwerk
meestal gemaakt van lichtbakkende klei.
Hematiet
wordt
genoemd bij heruitgaven over Johannes
Dioscoridis (1552) en Ferrante Imperato (1559)
omdat
het harder
is dan alle drie andere krijtsoorten (wit, zwart en rood) die, zie
hiervoor, uiteenvallen (dus niet oplossen)
in water. In hun
publicaties komt Hematiet in schiste- of leisteen-vorm voor. Een
vindplaats van Schisteus Hematiet is in Spanje. Misschien is schisteus
hematiet het
materiaal
waarmee Rafaël tekende, in een aantal van zijn werken in de
periode tussen 1510 en 1518. Wellicht was
een
bepaald soort Schisteus Hematiet harder dan natuurkrijt uit
ijzermijnen of rötel uit het Saarland. Terra
Sigillata is in het algemeen de minstwegende
colloïdale neerslag of dispersie na decanteren in een waterige
oplossing, van de allerkleinste
gekleurde kleideeltjes met een rode tot oranje, zelfs witte tint.
Daardoor kan Terra Sigillata bij aanraking met de tong snel afgeven en
oplossen.
Zo'n stukje bolus, waarvan de vindplaats minder relevant is, wordt dan
bij voldoende zuiverheid
gewaarmerkt voor medicinaal gebruik door een
zegelafdruk. In het algemeen is Terra Sigillata te zwak van kleur om
als tekenkrijt voor fijn werk te gebruiken.
Interessant
is
het
volgende onderdeel in een studie uit 2005 van Eike
Dehn "Über
Armenischen Bolus" (blz. 49-50) : "Eine Abbildung bei LONITZER zeigt 1564
Armenischen Bolus als längliche, vieleckige Rötelstifte, die
das Ergebnis einer Zubereitung sein müssen.197". De
conclusie van Eike Dehn dat de illustratie op Armeense Bolus
betrekking heeft is m.i. ongegrond. In
de uitgave uit 1737 maar ook in die uit 1578 wordt er onderscheid
gemaakt tussen Armeense
Bolus (scan 729) en Röthelstein of Rubrica fabrilis (scan
730). Het is m.i. juister om aan te nemen dat de afgebeelde
stiften op het onderdeel over Röthelstein betrekking hebben. De
stiften zijn direkt uit een stuk rötelkrijt gezaagd en in
een obeliskvorm geraspt (de ribbels zijn rasp-sporen). Ze zijn niet via
een spoelproces uit Armeense bolus gevormd. Oudere vondsten
uit de Romeinse tijd in de omgeving van Theley ondersteunen de
Röthelstein opvatting.
Van belang is tevens
de constatering van Eike Dehn dat er aan het eind
van de middeleeuwen en ook daarna, er allang geen import meer was in
Europa uit Klein-Azië van allerlei soorten terra sigillata
(gezegelde, geneeskrachtige aarde). De 'Siegelerden' kwamen al in 1508
uit Silezië (Terra Siletia Strigensis), Malta en Turkije. Zie Eike
Dehn, 'Über Armenische Bolus', blz. 45, 51 en 81 en Joh. Montanus
[MONTANUS
(Joh.) De terra Sigillata. 4° Wratislaviae. 1597. ]: Ein kurtzer Bericht wie Terra
sigillata nützlich kan gebrauchet werden. - o.O. 1586.
Zie ook het artikel
van Karl Dannenfeldt (PDF) over dit onderwerp.
1584 Giovanni
Paolo
Lomazzo, "Trattato
Dell'Arte De La Pittura", Milano,
1584. Libro Terzo, blz. 192.
Opsomming
van
enkele materialen voor werken op papier.
"Per
acquerella,& per disegnare in carta, per il nero u'è
l'inchiostro, la pietra todescha, la terra nera , & il carbone del
salce, ò del roncagino ; per il rosso la pietra rossa detta
apisso , la quale era usitatissima da Leonardo Vinci ; & per il
bianco, il bianchetto over biaca. Ora come si con facciano i sopradetti
colori à tutte le spetie di dipingere sottogi ungerò nel
seguente capitolo."
Vert.: Voor de aquarel, en om te
tekenen op papier, voor zwarte inkt, de "Teutsche[?]" [Tedesca=Duitse
(zwarte)] steen, de zwarte aarde, en de kool[stof] van beenderen of
roet; voor rood, de rode steen genaamd "apisso" [Merrifield: Carbone
Apissa = matita], die gemeengoed werd door Leonardo Vinci; en voor wit,
witte vloeibare verf [correctievloeistof = loodwit?] op wit. Nu, hoe je
omgaat met het schilderen van voornoemde kleuren in alle soorten
schilderingen, dat komt aan de orde in het volgende hoofdstuk.
Reacties
en aanvullingen op bovenstaande onderzoeksresultaten of tips
voor verder onderzoek zijn van harte welkom. Stuur een e-mailberichtje
naar:
Contains
/ containing: red chalk, rood krijttekening, krijttekening, Sanguina,
Sanguinas, Sketches, Sketched,
Schémas, Croquis, Zeichnungen, Skizzen, dessin, dessiner,
Tekening, Schets, Sanguina sobre papel, rood krijt, sanguine chalk,
Bergrot, Eisenrot, Rotocker, Rotstein, Rubrica, red chalk drawing, red
drawing chalk, crayonnées avec de la sanguine, le crayon rouge,
terre rouge,
de la pierre d'Italie, sanguine d'Angleterre, la pierre de sanguine,
craie rouge, lapis rosso, rode bolus, red bole, terra di Pozzuoli,
disegnare, disegni , sanguigna, disegno a sanguigna, sanguine
brûlée (reddish-brown chalk), tiza roja, red chalk, gis
rojo, sanguine pencil, pierre sanguine, sanguinekrijt, sanguine chalk,
sanguine crayon, crayon sanguine, chalk crayon, red crayon, red clay,
red chalk sticks, red chalk drawings, sanguine drawings, Red Bole, Bolo
Rosso, Terre Bolari, Bolo Color Brunus, Terra Sigillata, Bolo di
Boemia, Terra di Lemnos, Bolo Orientale, Argilla Ocrosa, Bolo Armeno,
Bolo Armeniacos, Gilders Clay (red bole), lápiz rojo,
roodkrijttekening ;